Crowdfunding is een apart kunstje
Het Financieele Dagblad, zaterdag 5 april 2014
Door: Evelien Lindeboom
Steeds meer musea ontdekken de mogelijkheden van crowdfunding: het levert ze behalve geld ook nieuw publiek op.
‘Geef Dordrecht zijn gezicht terug’, zo luidde de campagne van de geldinzamelingsactie van het Dordrechts Museum in 2008 om het schilderij Gezicht op Dordrecht van Jan van Goyen te kunnen bekostigen. Het schilderij dat door het museum aan de rechtmatige eigenaren de erven Goudstikker geretourneerd was, zou met het verzamelde geld worden teruggekocht. Particuliere donateurs kregen in ruil voor hun steun een reversspeld en ze kregen ‘hun’ gezicht terug. De hele stad voelde zich betrokken bij het project en het museum stond volop in de aandacht. Binnen twee maanden werd er bij particulieren 2,3 miljoen euro opgehaald. Het was een uitzonderlijk geslaagd voorbeeld van hoe crowdfunding door musea kan worden ingezet, nog voordat crowdfunding een begrip werd.
Crowdfunding, het ophalen van geld bij een grote hoeveelheid particuliere donateurs, biedt bij uitstek nieuwe mogelijkheden op het moment dat andere bronnen uitgeput raken en is in de kunstsector inmiddels ongekend populair. Op online platformen zoals voordekunst.nl, dat in 2010 werd opgericht, weten steeds meer ondernemers en donateurs elkaar te vinden. Vaak zijn dat starters en individuele initiatieven, maar steeds vaker zetten ook grote instellingen als musea crowdfunding in. Zo hebben in 2013 vijftien Nederlandse musea crowdfunding gebruikt, ten opzichte van acht in 2012. Het gaat dan om afgekaderde projecten als een tentoonstelling of de aankoop van een specifiek schilderij. Van die vijftien zijn er inmiddels zeven acties succesvol afgerond. Zo haalde Museum Belvédère €6.500,- op om de aankoop van het schilderij Bruggetje over de Linde te bekostigen en kon De Hermitage mede dankzij 10.000,- euro uit crowdfunding de muurschildering laten restaureren die momenteel te zien is op de tentoonstelling Expeditie Zijderoute.
Maar van de vijftien projecten zijn er ook zes niet in hun opzet geslaagd. Een succes als dat in Dordrecht is allerminst vanzelfsprekend. ‘Donateurs geven vaak geld omdat ze iemand persoonlijk kennen, of omdat het project ze heel direct aanspreekt. In alle gevallen is er sprake van een hoge ‘gunfactor’’, legt oprichter van voordekunst Roy Cremers uit. ‘Voor grote instellingen als musea kan het een uitdaging zijn om de juiste, persoonlijke toon te vinden om een groot publiek bij een project te betrekken.’ Voordekunst heeft voor hen een speciaal traject ontwikkeld om de kunst van het crowdfunden onder de knie te krijgen. ‘Een van de belangrijkste voorwaarden voor succes is een breed draagvlak binnen het bedrijf; het is belangrijk dat medewerkers van alle lagen van het bedrijf bij de actie worden betrokken en niet alleen de directie of alleen de afdeling communicatie. Het wervingsfilmpje bijvoorbeeld, spreekt een veel groter publiek aan als je niet alleen een directeur aan het woord laat, maar ook medewerkers laat vertellen wat het project voor hen betekent.’
Niet alle musea kiezen ervoor een platform als voordekunst in te zetten, er zijn ook musea die zelfstandig een crowdfundingactie opzetten. ‘Een sterk merk zal geneigd zijn om zelfstandig een crowdfundingactie op te zetten. Daarmee bereikt men dan voornamelijk een reeds bestaand netwerk’, vertelt Gijbert Koren van Douw&Koren crowdfunding consultancy. ‘Op een platform als Voordekunst zal daarnaast sneller ook een nieuw publiek worden bereikt.’ Mensen zijn bovendien steeds minder geneigd om ‘vriend van’ een museum te worden en willen per project kunnen bepalen waar ze zich aan verbinden. Het is een publiek dat musea via ouderwetse methodes vaak nog niet bereiken. Tegelijkertijd is het zaak om ook dat bestaande netwerk, dat niet online te vinden is, te blijven aanspreken. Een goed voorbeeld van een museum dat zowel traditionele als nieuwe communicatie inzet is het Louvre in Parijs. Daar is inmiddels al de derde succesvolle crowdfundingactie afgerond. ‘Ze hebben de goede toon en aanpak gevonden om zowel oud en nieuw publiek aan te spreken door een on- en offline campagne te combineren. Mensen worden er op de website én in het museum geïnformeerd over de actie’, vertelt Koren.
Een valkuil voor musea is dat ze geneigd zijn te hoog in te zetten bij crowdfunding: het gestelde doelbedrag is vaak onhaalbaar. En dat terwijl het doelbedrag niet het totaalbedrag van het project hoeft te zijn. Het kan een startbedrag zijn, op basis waarvan de instelling bijvoorbeeld sneller in aanmerking komt voor een fonds: met een crowdfunding kun je draagvlak aantonen en dat is een pre voor bijvoorbeeld het Mondriaanfonds. Of crowdfunding kan juist worden ingezet om het resterende bedrag te verzamelen nadat andere bronnen zijn aangesproken.
Het gemiddelde bedrag dat in 2013 door musea werd opgehaald door middel van crowdfunding is met 13.600 euro ongeveer gelijk aan het gemiddelde bedrag dat bij crowdfunding in de hele breedte werd opgehaald. Bij te hoge doelbedragen ging het mis, maar dat betekent volgens Douw&Koren niet dat er geen ruimte is voor groei: ‘musea zijn grote organisaties met een professionele publiciteitsafdeling, dus dat schept mogelijkheden. Crowdfunding is voor musea in eerste instantie investeren’, aldus Koren, ‘maar dat is zeker de moeite waard: een goede crowdfundingcampagne is financiering en marketing in één’.
Aanvulling op het artikel: is je interesse gewekt voor het traject dat voordekunst (erfgoed) instellingen biedt? Neem dan contact op met Nico Voskamp (nico@voordekunst.nl) of Roy Cremers (roy@voordekunst.nl). Dit traject is interessant voor iets grotere projecten, vanaf € 15.000. Sinds afgelopen weekend, museumweekend, loopt er een project van Filminstituut EYE op voordekunst.nl. Neem een kijkje, en… draag bij!